Verlofregelingen zoals het geboorteverlof, het zorgverlof en het ouderschapsverlof hebben momenteel verschillende doelen, aanvraagtermijnen en opnameperioden.
Sommige werkgevers en werknemers zien daardoor door de bomen het bos niet meer. Het (demissionaire) kabinet heeft daarom in juli van dit jaar aangekondigd het verlofstelsel te willen vereenvoudigen en overzichtelijker te willen maken.
Zo wil de regering de opnametermijnen van het (aanvullend) geboorteverlof, het betaald ouderschapsverlof en het adoptie- en pleegzorgverlof zoveel mogelijk gelijktrekken, tot twaalf maanden na de geboorte van het kind of opname van het kind in het gezin. In verband met de gezondheid en veiligheid van de moeder wordt de opnametermijn voor het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet aangepast. De mogelijkheid om het adoptie- en pleegzorgverlof vanaf vier weken voor de opname in het gezin op te nemen blijft ook bestaan.
Aanvraagmomenten verlof gelijktrekken
Daarnaast wil het kabinet het aanvraagmoment voor de verschillende verlofuitkeringen gelijk maken. Deze momenten verschillen namelijk ook. Dat zorgt voor verwarring bij werknemers en werkgevers. Daarbij worden twee opties bekeken. De eerste optie is de aanvraag van alle verlofuitkeringen alleen voorafgaand aan de opname van het verlof mogelijk te maken. Een tweede optie is om een flexibel aanvraagmoment te hanteren.
Wat als een werknemer tijdens verlof wisselt van werkgever?
Een andere situatie die onder de loep wordt genomen, is die waarin de werknemer wisselt van werkgever tijdens de verlofopname. In de praktijk ontstaan problemen, bijvoorbeeld met de uitbetaling van de uitkering voor geboorteverlof. Ook ontstaat onduidelijkheid, omdat er maar één aanvraag kan worden gedaan. De uitkering is immers gebaseerd op het salaris bij de oude werkgever en niet altijd passend voor de situatie bij de nieuwe werkgever.
Gelijktrekken doelen lang en kort zorgverlof
Ook wordt gekeken naar het zorgverlof. Het kortdurend zorgverlof kan worden ingezet voor ‘de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een naaste’. Het langdurend zorgverlof kan worden ingezet voor ‘de verzorging van een naaste die levensbedreigend ziek is’ en ‘de noodzakelijke verzorging van een naaste die ziek of hulpbehoevend is’. Het kabinet wil de doelstellingen van deze verlofregelingen gelijktrekken en voor de meest ruime doelstelling kiezen. Dit zou meer flexibiliteit in het combineren van werk en zorgtaken moeten bieden.
Hoe uitkering zelfstandig en zwanger berekenen
De zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen (de ZEZ-uitkering, Zelfstandig en Zwanger) wordt eveneens bekeken. De hoogte van de uitkering is momenteel afhankelijk van het aantal uren dat de zwangere zelfstandige in het jaar voor de uitkering heeft gemaakt. Dit roept vragen op welke uren meetellen (tellen opleidingsuren bijvoorbeeld mee). Daarnaast ontstaat er ongelijkheid als het gaat om gewerkte uren en verdiensten. Een zelfstandige die weinig tot geen winst maakt, maar wel voldoet aan het urencriterium, kan bijvoorbeeld meer uitgekeerd krijgen dan iemand die er (net) niet aan voldoet.
Wie is partner en heeft recht op verlof?
De wettekst van de Wet arbeid en zorg (Wazo) zal verder opgefrist worden. Zo wordt het begrip ‘partner’ bijvoorbeeld verschillend uitgelegd in de regelingen en behoeven de artikelen met betrekking tot samenloop ook een opknapbeurt.
De vereenvoudigingen van het verlofstelsel worden de komende periode uitgewerkt. Dit zal resulteren in een wetsvoorstel, tenzij wetswijziging niet nodig is voor de vereenvoudiging. De mogelijkheden voor vereenvoudiging worden in 2023 in beeld gebracht. In 2024 zal daaraan verder uitwerking worden gegeven, waarbij ook het SER-advies over verlof, dat in het najaar van 2023 verschijnt, zal worden betrokken.